Wet versterking regie volkshuisvesting lijkt er te komen

De Kamerleden hebben zich duidelijk hard gemaakt voor korte doorlooptijden en procedures rond woningbouwplannen. Daarin zijn verdere waarborgen en efficiencyslagen voorgesteld. Bij de urgentieregeling is een categorie toegevoegd. Kort gezegd; dakloze woningzoekenden met minderjarige kinderen. Daarnaast is nu al aangenomen dat vergunninghouders niet meer urgent mogen zijn. Het wetsvoorstel hiervoor moest nog naar de Raad van State. De kamer lijkt de vlucht vooruit te zoeken, waarbij de uitvoerbaarheid en maatschappelijke effecten van dit voorstel ondergeschikt lijken te zijn aan ‘het gevoel in de samenleving’. Binnen het volkshuisvestingsprogramma krijgen starters een prominentere plek.

In de opsomming hieronder beperken we ons tot de aangenomen amendementen en moties.

Aangenomen amendementen:

Verhoging van griffiekosten bij bezwaar en beroep.
Behoud van betaalbare koop voor de doelgroep gedurende de instandhoudingstermijn (ook bij doorverkoop).
Extra wettelijk verplichte urgentiecategorie: woningzoekenden zonder vaste verblijfplaats die deel uitmaken van een gezin met een of meer minderjarige kinderen.
Vergunninghouders mogen niet als urgent woningzoekend worden aangemerkt: “Tot de woningzoekenden, bedoeld in het eerste lid, behoren niet vreemdelingen aan wie een verblijfsvergunning als bedoeld in de Vreemdelingenwet 2000 is verleend.”
Aanwijzen van bouwlocaties waar met focus gewerkt wordt aan versnellen van de realisatie.
Vergunningen voor eenzelfde activiteit moeten gelijktijdig verstrekt worden.
Verlengen van termijn voorkeursrecht voor gemeenten tot vijf jaar, met mogelijkheid van eenmalige verlenging.
Introductie van een fatale termijn waarbinnen de gemeente moet beslissen over meewerken aan een bouwactiviteit.
Mogelijkheid om de bezwaarschriftprocedure over te slaan en meteen in beroep te gaan bij de bestuursrechter (prorogatie).
Beperken van mogelijkheid van beroep bij een woningbouwproject door een gemeente tegen een andere gemeente, waar het project speelt.
Bestuursrechter de mogelijkheid geven om geen tweede zitting te houden bij een zaak die al in een eerste zitting is behandeld en daarna open blijft staan.
Verkorte procedure mogelijk maken bij hoger beroep rond een bouwactiviteit.
Versnellen van beroepsprocedures; niet alleen bij plannen vanaf twaalf woningen, maar bij alle woningbouw.
Per kwartaal zorgen voor een (monitorings-)verslag van de voortgang van woningbouw.
Bij het volkshuisvestingsprogramma moet niet alleen verplicht de woningbehoefte van ouderen en aandachtsgroepen in beeld gebracht worden, maar ook die van starters.
Evaluatieonderzoek doen naar de maatregelen die moeten leiden tot woningbouwversnelling, met daarbij expliciet de vraag wat de maatregelen van het wetsvoorstel hierin betekenen.

Aangenomen moties:

Onderzoek naar uitvoerbaarheid en effectiviteit van wettelijke urgentie voor ETHOS-light doelgroep dakloze woningzoekenden.
Aanleg van drinkwatervoorziening aanwijzen als besluiten van zwaarwegend maatschappelijk belang.
In Handreiking Leegstandsverordening ook aandacht voor het aanpakken van braakliggende gronden, transformatie van leegstaande winkelverdiepingen en herontwikkeling van agrarische bebouwing.
Verkennen van weg te halen belemmeringen voor een ‘straatje-erbij-aanpak’.
Ontwikkelen van een aanpak om bouw in verschillende segmenten gelijk op te laten lopen.
Onderzoeken van een landelijk systeem van woonruimteverdeling, waarbij woningzoekenden rechten behouden in andere regio’s.
Onderzoeken van mogelijkheid projectbesluit bij woningbouw ten behoeve van een meer gebundelde (en snelle) besluitvorming.
Verzoek tot vaststellen van een termijn van zes maanden waarbinnen afspraken over 30% sociaal tussen gemeenten gemaakt moeten zijn, waarna de minister een extra instructie kan geven.
Verzoek om gemeenten een bouwquotum op te leggen voor woningen voor jongeren en ouderen.
Verzoek om aanvullend op de 24 doorbraaklocaties meer van dergelijke locaties buiten de Randstad te benoemen.
Borgen dat in nieuwbouw voldoende sociale huurwoningen tot de aftoppingsgrens worden gebouwd.
Evaluatie van Verdrag van Aarhus en verkennen van mogelijkheid tot opzeggen.
Opstellen van uniform landelijk beleidskader voor woningsplitsing.
Minimaal 25% betaalbare koop tussen € 250.000 en € 405.000 realiseren als onderdeel van 2/3 betaalbaar.
Rijksmiddelen voor betaalbare woningbouw oormerken voor betaalbare koopwoningen.
Waarborgen van realisatie en behouden van betaalbare woningen in het woningbouwprogramma.