Het segment betaalbare koopwoningen staat in steeds meer gemeenten onder grote druk. Tot ver buiten de Randstad zijn huizen voor starters nauwelijks meer betaalbaar en de schaarse woningen worden in toenemende mate gekocht door vastgoedbeleggers. Zij zien hun kans schoon om flinke rendementen te halen via hoge huurprijzen en waardestijging op termijn. Om vastgoedbeleggers de wind uit de zeilen te nemen biedt de Huisvestingswet vanaf 2022 aan gemeenten de mogelijkheid om een (tijdelijk) verhuurverbod in te stellen voor woningen in het goedkope en middeldure koopsegment. Dit beschermt tegen het opkopen van woningen door beleggers, draagt daardoor bij aan minder concurrentie voor starters en zorgt voor minder prijsdruk.

De opkoopbescherming kan zo een belangrijke bijdrage hebben in het betaalbaar houden van nieuwbouw én bestaand woningaanbod in deze tijd van schaarste en oververhitting. Het vraagt wel om actie van gemeenten. Voor gemeenten die werken met een Huisvestingsverordening is het invoeren van een verhuurverbod van koopwoningen binnen handbereik. De laatste tijd krijgen wij vaker vragen van gemeenten over hoe zij de opkoopbescherming kunnen opnemen in hun Huisvestingsverordening.

Voor gemeenten die niet werken met een Huisvestingsverordening (en dit ook niet overwegen) zijn er echter ook andere bestaande maatregelen die in combinatie een krachtige impuls kunnen geven aan de betaalbaarheid van woningen en de woonkansen van (koop)starters en middeninkomens. Mooie voorbeelden zijn een doelgroepenverordening, een actief grondbeleid (met sturende uitgiftevoorwaarden) en het maken van afspraken met corporaties (bijvoorbeeld over de inzet van Koopgarant).

Companen adviseert gemeenten over het inzetten van effectieve instrumenten en maatregelen en ondersteunt bij het uitwerken en het praktisch organiseren er van. Wilt u doorpraten over de mogelijkheden of hebt u vragen over de nieuwe opkoopbescherming, neemt u dan contact op met Mattijs Letteboer.

5 oktober 2021

Delen: