Op donderdag 18 april is onze verhuizing naar Kantoorgebouw De Enk in Arnhem gevierd. Een reden voor het organiseren van een mini-symposium, met als thema: ‘Particulier initiatief: nog pilot of al mainstream?’. Tijdens deze middag is gesproken over het belang van het particulier initiatief aan de hand van drie voorbeelden (waar Companen bij betrokken is):

 

Lia Bruins-van Wijngaarden, Driebruggen
In Driebruggen (gemeente Bodegraven-Reeuwijk) voelen veel ouderen zich thuis en wonen er met plezier. Mensen willen niet verhuizen uit Driebruggen. Omdat mensen wel ouder worden, zijn meer geschikte woningen nodig. In 2014 zijn de gemeente en het dorp hiervoor de samenwerking aangegaan. In 2018 is dit uitgemond in een onderzoek naar de woonwensen in samenspraak met bewoners. Dit maakte veel energie los bij bewoners. Al waren de uitkomsten van het onderzoek wel herkenbaar, het gaf een impuls om de samenwerking met energie verder op te pakken. Het omzetten van de wensen in realiseerbare plannen stagneert. Hoe trek je dan het initiatief weer vlot? De energie is er.

 

Harrie Hamstra, Zwolle
In Zwolle zijn ruim voor de knarrenhofjes al drie CPO-projecten gerealiseerd met ouderen, maar ook jongeren en gezinnen, onder de naam Mens- en Milieuvriendelijk Wonen Zwolle (MMWZ). Daarbij was er een goede samenwerking tussen bewoners en de gemeente. Waarom zijn deze initiatieven succesvol gerealiseerd? In de eerste plaats omdat er locaties beschikbaar waren. In de tweede plaats omdat bewoners, gemeente en corporaties actief bleven trekken aan het initiatief. Essentieel was wel het continue en goede contact van bewoners met hun aanspreekpunt bij de gemeente of corporatie.

 

Hero Klinker, Zalk
Het kleine maar actieve dorpsbelang van Zalk (gemeente Kampen) heeft inmiddels verschillende initiatieven succesvol afgerond. Zo is een dorpshuis ontwikkeld op eigen risico en in eigen beheer, is het groen in eigen beheer genomen en heeft Dorpsbelang het Laarzenpad aangelegd. Een pad van het dorp naar de IJssel, dat aanbesteed is door de gemeente, en vervolgens gerealiseerd en onderhouden door de dorpsgemeenschap.
Het initiatief voor woningbouw ging minder goed. De gemeentelijke projectleider wisselde meermaals. En bepalende regels werden te laat duidelijk. De beoogde grond bleek niet beschikbaar voor woningbouw. Duidelijke kaders van de gemeente zijn nodig om energie te houden.

Reflectie Frans Soeterbroek
Frans Soeterbroek geeft vanuit zijn ervaringen op verschillende plekken in Nederland een reflectie op de drie initiatieven. Hij ziet dat mensen in de systeem- en leefwereld zich wezenlijk anders gedragen, terwijl het dezelfde mensen zijn. Maak het ondersteunen van het particulier initiatief ‘gewoon’ business as usual. Dat is nodig om burgerinitiatieven mainstream te laten worden. Inwoners en gemeenten moeten elkaar steevast opzoeken: niet vanuit formele rollen, maar echt samen de schouders eronder. Los van alle loketten; een open overheid.

 

 

In de zaal werden op basis van deze voorbeelden enkele conclusies getrokken:

  1. Informatie: het ontbreekt initiatiefnemers aan een goed informatiepunt waar ervaringen van elders en do’s en don’ts beschikbaar zijn. Maar ook informeren overheden en andere partijen inwoners vaak onvoldoende. Wat zijn kaders? Waar moet je als initiatiefnemer rekening mee houden?
  2. Bureaucratische competentie: heel wrang, maar ook waar; je komt niet tot resultaat als je als initiatiefnemer niet je weg kent in de bureaucratische lijnen. In de huidige complexiteit van regels en beleid resteert eigenlijk alleen het initiatief van mensen die hiermee om kunnen gaan. Om het particulier initiatief meer mainstream te maken, moet hier aan de kant van overheid en middenveld ook iets tegenover staan: de wil om het initiatiefnemers makkelijker te maken.
  3.  Andere organisatie-inrichting: te vaak zijn de intenties positief, maar staan de verkokering in de organisatie van gemeenten, ontwikkelaars en corporaties een snelle uitvoering in de weg. Als je als overheid of middenveld werkelijk het initiatief wil ondersteunen, vraagt dit ook een andere manier van organiseren.
  4. Omgevingswet is niet zonder meer het ei van Columbus: de Omgevingswet kan in haar filosofie een bijdrage leveren aan het verwezenlijken van het particulier initiatief. Echter wetten bepalen niet de wil en realisatie. Daarom is het belangrijk om het stimuleren en ondersteunen van het particuliere initiatief ook stevig te verankeren in de Omgevingsvisie. Dit gaat niet vanzelf.
  5. Brutaler zijn: uiteindelijk gaat het om houding, aan de kant van initiatiefnemer en aan de kant van de overheid. Initiatiefnemers moeten brutaler hun weg zoeken in het bureaucratische woud. Ambtenaren moeten zich onafhankelijker van bestuur en collega’s opstellen. Laat eerst het plan ontstaan.

25 april 2019

Delen: