In het eerste scenario – Concentratie in de Randstad – gaan we uit van een steeds sterkere concentratie van wonen en werken in de Randstad Metropool; als krachtige concurrent voor Parijs, Berlijn en London. Wonen is vaker geconcentreerd in hoogstedelijke milieus. Vrije ruimte en vastgoed in steden wordt optimaal benut. Investeringen in OV-verbindingen zorgen voor een goed functionerende metropool. Het achterland heeft een functie voor vrije tijd en landbouw en ontwikkelt zich minder snel.

Ruimte in het groen verspreid rond de Nederlandse kernen
Het tweede scenario schetst een toekomst waarin juist de vele kernen in Nederland gelijkmatig groei. Een kleinschalige veelkernige ontwikkeling van Nederland is de norm. In alle kernen groot of klein is er ontwikkeling van wonen en werken. Mobiliteit tussen kernen wordt in belangrijke mate digitaal ingevuld. De groei en het oplossen van woningtekorten vindt verspreid over Nederland plaats, vaak in een meer traditionele woonvorm. Dit legt een groter beslag op de beschikbare ruimte. Door een strikt ruimtelijk ordeningsbeleid worden in heel Nederland wonen, werken, landbouw en natuur verdeeld; bedoeld om verrommeling van Nederland tegen te gaan.

Verdichting in steden en dorpen, behoud van de open buitenruimte
Verstedelijking gebeurt in het derde scenario binnen de bestaande stedelijke ruimte. Dit scenario vraagt een stevige regie op het gebruik van de schaarse ruimte in Nederland. Er is in Nederland voldoende bebouwde ruimte: leegstaande kantoren en bedrijfsgebouwen, vrijkomend agrarisch vastgoed. Een goede benutting van deze ruimte vraagt dat wonen en werken zich ordenen naar de plekken waar de ruimte hiervoor beschikbaar is. Dit betekent minder keuzemogelijkheden voor bedrijven en (woon)consumenten. Door ruimtelijke en fiscale wetgeving kan dit ondersteund worden.

Bereikbaar wonen langs de radialen
Tot slot is er de mogelijkheid dat de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland langs de radialen richting het achterland plaatsvindt: langs de A2, A12, A28. Goed bereikbare plekken vormen de knooppunten voor verstedelijking. Hiermee wordt enerzijds de ruimtelijke druk op de stedelijke agglomeraties verlicht, anderzijds blijft het agrarisch en natuurlijk achterland open. Hier geldt een restrictief ruimtelijk beleid. Mobiliteit is in dit scenario de drijvende kracht van ontwikkelingen.

Vergelijking van effecten in de verschillende scenario’s
In het volgende schema zijn de scenario’s naar effecten naast elkaar gezet.

Welk scenario vindt u het meest waarschijnlijk? En welke het meest uitdagend? Wij zijn heel benieuwd.

9 juli 2020

Delen: